Ook kinderen willen meester zijn van hun vrije tijd!
Wat doen wij - grote mensen - het liefst in onze vakantie? Ze zelf vullen met dingen waar we blij van worden. Wat doen kinderen het liefst in hun vakantie? Hetzelfde! Krijgen ze hier de kans toe? Wel, hier ligt (veel) marge voor verbetering.
Met de Krokusvakantie voor de deur vroegen we ons af wat kinderen eigenlijk verlangen van een vakantie. Niet makkelijk want het kindperspectief wordt nog al te vaak uit het oog verloren. De weinige onderzoeken die het wel meenemen, tonen aan dat er nog wel wat werk aan de winkel is.
In een interessant interview met het Steunpunt Vakantieparticipatie vertelt Johan Meire van Kind&Samenleving dat de vrijheid om zelf te kunnen kiezen erg belangrijk is.
‘Zo help je kinderen groeien in autonomie en dat maakt deel uit van het opvoeden’.
Soms kiezen kinderen zelf voor een speelplein of een kampje. Soms maken de ouders die keuze voor hen. ‘Idealiter is de stem van de kinderen in de keuze van hun vakantie doorslaggevend’, zegt Meire. En ook tijdens een kamp of speelplein houdt dat proces niet op. Activiteiten aanbieden is goed, maar voorzie vrije ruimte in het programma. Vrij spel stimuleert kinderen om zelf actor te worden. Ondersteun hen daarbij: geef hen ideeën, materiaal en aanmoediging en laat hen ermee doen wat ze zelf bedenken.
Naast zelf kunnen kiezen is natuurlijk ook belangrijk dat er te kiezen valt. ‘Het is belangrijk dat kinderen toegang hebben tot activiteiten. Wij deden bijvoorbeeld een onderzoek naar Brede Scholen die vrijetijdsactiviteiten bieden, meestal in buurten waar verder weinig te beleven valt voor kinderen. Kinderen kunnen daar op een laagdrempelige manier dingen gaan beleven die thuis niet kunnen. Voor kinderen die zich thuis vervelen kan dat een enorme meerwaarde zijn. Ze kunnen er dingen doen – sporten, creatief zijn bijvoorbeeld – waarvoor ze anders geen kansen krijgen. Het aanbod maakt dat ze weer kunnen kiezen en daardoor echt actor zijn.’ aldus Meire.
Kunnen kinderen niet kiezen, dan verzinnen ze strategieën om hun keuzevrijheid terug te winnen. Ze gaan mokken, zich wegsteken, huilen, roepen of een spel saboteren. Volwassenen noemen dat dan wel eens lastig gedrag.
‘Terwijl kinderen gewoon ijveren voor wat wij ons als volwassenen in onze eigen vakantietijd vanzelfsprekend permitteren: onze keuzes zelf in handen nemen.’